Deze blog zou ik in zijn geheel kunnen wijden aan de aankomende NPO Ledenraad, omdat er deze keer hele belangrijke beslissingen worden genomen voor de toekomst van de duivensport in NL. Maar aangezien hooguit 5% van de leden überhaupt weet wat er op de agenda staat en het de meesten geen fluit interesseert wat er wordt besloten (maar alleen wil weten wanneer de eerste wedvlucht is), licht ik er twee punten uit.
Eerst de herindeling van Nederland. Over het nut en de noodzaak zijn we het snel eens. We zijn met minder leden en de kosten moeten in de hand worden gehouden. De website van de NPO besteedt veel aandacht aan de herindeling en heeft zelfs een aparte pagina hiervoor ingericht: Duivensport anno 2030 en herindeling afdelingen | NPO Duivensportbond.
Dus ik was erg benieuwd wat het eindvoorstel zou worden op de ALV van 23 november a.s.
In punt 08.a van de agenda staat ‘Grenzen nieuwe afdelingen’ met als bijlage een beschrijving van de vijf voorgestelde afdelingen en een plaatje hoe dit uitpakt:
Bijlage 8a – Grenzen nieuwe afdelingen .pdf
Wat direct opvalt is het grote verschil in leden tussen de nieuwe afdelingen. De grootste afdeling Oost heeft 3.100 leden , waar de kleinste afdeling Zuid-West ‘slechts’ 2.200 leden telt. Het is opmerkelijk te constateren dat juist de afdelingen met het grootste ledenverloop (Zuid-Oost en Zuid-West) nu al het minst aantal leden hebben (2.200 resp. 2.300), terwijl in het oosten des lands de terugloop van leden niet zo groot is, maar afdeling Oost de meeste leden telt. Ja ik weet het, het heeft ook met ‘ledendichtheid’ te maken per gebied. Goed dat begrijp ik, maar leg mij het volgende dan eens uit:
Afdeling West (blauw) 2800 leden (afb. = voorstel ALV):
Waarom zit er aan de onderzijde van de afdeling een ‘uitstulping’ die geografisch en qua ledental logischerwijze bij afdeling Zuid-West behoort?
Waarom is Afdeling West daardoor 125 km lang en afdeling Zuid-West (geel) slechts 75 km. en heeft deze afdeling het minste aantal leden?
Waarom is afdeling West zover naar het oosten uitgebreid ten opzichte van de eerste voorstellen?
Waarom zitten er aan de oostzijde van afdeling West – onder Noord (paars) en boven Oost (groen)- , nog een plukje blauwe vlaggetjes (leden) die eerst nog paars waren?
De grote vraag is dus: Waarom wijkt het eindvoorstel van het NPO-bestuur zoveel af van hetgeen is gepubliceerd in het Spoor nr 12: P16-19_Spoor 12 2024_interview db.pdf ?
Ik kan alleen bedenken dat dit eindvoorstel het resultaat is van intensief lobbyen door bepaalde belanghebbenden. De logica van sommige zaken ontgaat mij geheel. Ja dan had je maar in het bestuur moeten zitten, dan had je invloed op het proces kunnen uitoefenen. Sorry, maar volgens mij moet het gaan om een logische, objectieve en consequente indeling, onafhankelijk van persoonlijke belangen en meningen. Blijkbaar heeft het principe van “Eerlijk spel” een ondergeschikte rol gespeeld.
Bovendien mis ik een beschrijving van de afdelingsgrenzen. We worden getrakteerd op afbeeldingen waar je niet precies kan zien waar de lijnen lopen. Als ik kiesman zou zijn, zou ik hier niet mee akkoord gaan en dit voorstel aanhouden totdat exact bekend is waar welke afdeling nou precies begint en eindigt.
Goed, nu punt 2. In mijn vorige blog – alweer een tijdje geleden- betoogde ik dat het spenderen van geld aan wetenschappelijk onderzoek naar de verliezen van jonge duiven in mijn ogen geldverspilling is, tenzij het tot doel heeft de buitenwereld te overtuigen van het feit dat we serieus met onze duiven bezig zijn (wat we ook doen). Ik verwachtte daarom een voorstel in de ALV om € 100.000 aan dit doel te besteden. Dat voorstel is er niet, tenzij je de vergaderstukken goed bestudeert. In de meerjarenbegroting (bijlage 6b) staat de volgende passage:
“Vanuit de WOWD is recent een voorstel ingediend voor een promotieonderzoek naar de oorzaken van de verliezen bij jonge duiven. Een thema dat echt actueel is en als we de oorzaak daarvan niet kunnen achterhalen een bedreiging voor de duivensport is. Overigens vergt een dergelijke onderzoek meerdere jaren dus de verwachtingen op korte termijn moeten enigszins worden getemperd. De totale kosten lopen in de tonnen (onderstreping MK), waardoor medefinanciering vanuit bijvoorbeeld FCI en bedrijfsleven noodzakelijk is. Bij het opmaken van de jaarrekening 2024 zijn wij voornemens een bedrag van € 100k hiervoor vrij te maken.”
Oftewel, als de kiesmannen instemmen met deze meerjarenbegroting, dan stem je dus in met alle onderdelen van deze begroting. Een slimme maar niet chique manier van besturen. Daarover gesproken. Ik las de laatste column van WdB in De Duif. En wat hij daar schrijft trof me als de bliksem, omdat dat exact is wat ik in deze blog wilde schrijven:
“Nou stuurt de NPO elke vrijdag een nieuwsbrief naar alle leden via de mail, Op de Hoogte geheten, waarin ze elke week hun standpunten herhalen en herhalen. Op den duur is men zo gewend aan die standpunten, die vaak nog niet eens in stemming zijn gebracht op een ledenraad, dat de meesten ervan uitgaan dat het al een gelopen race is. Ook de kiesmannen die namens de afdelingen de vergaderingen bezoeken, zijn dan als het ware voorgekookt om mee te gaan in de plannen van het landelijk bestuur. Op zich professioneel zoals het bestuur dat doet, maar ook wel gevaarlijk.”
(bron: De Duif nr. 44 blz 3. Willems wel en wee)
Deze blog moet niet opgevat worden als dat ik alleen maar kritiek heb op het NPO-bestuur. Integendeel. Ik heb enorme waardering voor wat zij doen en de uitvoering ervan. Met een grote mate van professionaliteit en doortastendheid die aan de dag wordt gelegd. Maar een beetje tegenwicht is toch niet gek? Het gaat wel om onze sport en onze centen. Daar hebben we zelf echt wel wat over te zeggen in de Ledenraad en niet verborgen in allerlei beleidsstukken of slim gepresenteerd als een fait accompli (iets wat niet meer te veranderen is).
Ik had nog wel wat over de voorgestelde vliegprogramma’s willen zeggen en waarom een bestuursvoorstel altijd eerder wordt behandeld dan een afdelingsvoorstel, maar dat kunt u inmiddels zelf wel bedenken. Kwestie van tactiek.