Dat zul je altijd zien. Vorige week had ik geschreven dat we stoppen met de eenhoksraces. Gewoon bij gebrek aan goede resultaten. Ja tijdens trainingsvluchten wel meerdere top 10 plaatsen en zelfs dit jaar nog een overwinning (Costa de Luz OLR), maar nog nooit een top 10 plaats in een finale. En dat is waar het om gaat.
Deze week was de halve finale in de Algarve Golden Race (AGR) over 330 km. De AGR is de grootste eenhoksrace in Europa met meer dan 7000 ingeschreven duiven aan de start. Na een serie trainingsvluchten en ‘hotspots’ waren in de halve finale nog 2974 duiven over. Wij hadden nog 3 van de 5 in de race. Tegelijkertijd was er in de buurt een andere OLR gelost van een iets kortere afstand en deze zouden dus eerder aankomen. Die duiven haalden een snelheid van 1400 mpm. Met die wetenschap kun je op Youtube meekijken met de aankomsten van de AGR via deze link AGR 2024 ARRIVAL- 6th HOTSPOT PENAMACOR (youtube.com). Vanaf 1:07:52 komen de eerste duiven.
Iets eerder dan verwacht meldden de eerste 9 duiven zich op het hok, waarvan de winnaar eentje van Team Soepboer was. Uweetwel (of niet), de winnaar van Nationaal Chateauroux in 2016. Wij waren toen 7e en 11e Nationaal, dus dat vergeet je niet. Vervolgens komen nog een paar plukjes duiven die rondjes bleven vliegen totdat de groep zo’n 11 duiven groot was en daarna een flinke groep van een duif of 20. Vlak daarachter een groep van circa 35 duiven. Tegelijkertijd kun je de aankomstlijst zien via SEMI-FINAL 6. HOTSPOT/ACEPIGEON (oneloftrace.live) en wat schetst mijn verbazing één van onze duiven behaalt een keurige 44e plaats. En als je denkt “so what, 44e van 2974 duiven, dat heb ik zo vaak tijdens de vluchten”, dan daag ik je uit om mee te doen, want het is echt niet eenvoudig om bij de eerste 100 te komen op dergelijke vluchten. Ik teken ervoor in de echte finale.
En voor de criticasters onder ons, ja er zijn best veel verliezen tijdens eenhoksraces, maar dat is meteen het bruggetje naar het volgende onderwerp. Ons NPO bestuur wil in 2024 € 100.000 van uw geld uitgeven aan wetenschappelijk onderzoek naar de verliezen van jonge duiven (NPO Duivensportbond) en “dat zal niet voldoende zijn” (quote: NPO)… Nou ben ik in principe wel voor een wetenschappelijke benadering om onbewezen zaken feitelijk aantoonbaar te maken, maar met 40 jaar duivenervaring en niet geheel onsuccesvol met de jonge duiven, heb ik ook wel een idee over hoe je grote verliezen met jonge duiven zoveel mogelijk kunt vermijden. Ik zeg ‘zoveel mogelijk’ omdat verliezen met jonge én oude duiven niet zijn te vermijden. Komt ie:
Ten eerste, het is een open deur maar toch: het allerbelangrijkste is dat je jongen gezond moeten zijn. Ik heb wel eens gezien dat iemand zijn jongen ging opleren en die duiven vielen nèt niet uit de lucht. Ze vertrokken niet van de losplaats en toen er na 10 minuten rondvliegen een koppel andere duiven aan kwam gingen ze van ellende daar achteraan. Zeker weten dat die liefhebber die duiven nooit meer heeft gezien. Dus ga, voordat je begint met opleren, naar de duivenarts of als dat al teveel moeite voor je is (zie punt 2), geef ze een ornikuur voor een paar dagen. Oogranden en neus moeten strak wit zijn voordat je begint met opleren en tijdens de vluchten. Ook heel vervelend is coli of adeno vlak voor het seizoen. Na twee of drie weken lijken ze wel weer hersteld, maar bij een beetje lastige vlucht zijn ze weg. Geduld hebben of de natoer is dan het devies.
Ten tweede: Het draait om ervaring. Met meer ervaring komen ze makkelijker thuis als ze een keer mis zitten. Dus heel veel opleren. Veel korte stukjes van max. 10 km. en pas verder als ze in één streep de mand uitvliegen en naar huis gaan. En meedoen met de opleervluchten van de afdeling. Tenminste als er in relatief kleine groepen wordt gelost. Een van de oorzaken van verliezen in het begin zijn oefenvluchten met heel veel duiven tegelijk los. Gedegen opleren is al teveel moeite voor een hele grote groep liefhebbers. Dus hop ze moeten het maar kunnen en zie daar, de helft weg. Onder ervaring, schaar ik ook het leren drinken in de mand. Ga er maar vanuit dat de meeste jonge duiven niet of nauwelijks drinken in de mand. Op korte vluchten met koel weer is dat geen probleem. Maar zodra het warmer wordt en niet vroeg wordt gelost, dan heb je de poppen aan het dansen. Ik vind het niet erg als de eerste (kortere) vluchten worden uitgesteld. Hoe eerder ze drinken des te minder verliezen in de rest van het seizoen. Wat mij betreft zouden de eerste oefenvluchten gelijk met twee nachten mand moeten. Kost wel wat meer, maar ik denk dat zich dat de rest van het seizoen uitbetaald.
3. Kweek alleen uit je beste en hou zoveel duiven in je hok als dat je het jaar daarvoor bent geëindigd (onder normale omstandigheden zonder rampvluchten). Dat is namelijk het optimale aantal duiven dat een hok aankan. Doe ik zelf ook niet. Ik kweek er 65 en op het eind heb ik er 48 over. Dus in een ideale wereld zou ik er 48 moeten kweken om er 48 over te houden. Dat doen we dus niet, maar ik ben wel van plan om er iets minder te kweken (60) om er weer 48 over te houden. En laten we wel zijn, ook al kweek je uit je beste, niet iedere duif kan ‘het’, dus ook dat is een oorzaak van verliezen die vaak over het hoofd wordt gezien.
Deze eerste drie punten heb je volledig zelf in de hand en helpen verliezen voorkomen als punt 4 zich voordoet:
4. Warm weer. Jonge duiven die niet voldoen aan punten 1,2 en 3 hebben gewoon meer problemen met warm weer. Op hete dagen is het in de ochtend best goed vliegweer en moeten de duiven gewoon zo vroeg mogelijk los op een niet al te grote afstand. En ja, dat gedeelte dat niet meteen zijn hok kan vinden zal het moeilijk hebben en dus vallen we weer terug op punt 1,2 en 3. : gezonde duiven met ervaring die ‘het’ kunnen (en eventueel hebben gedronken in de mand) zijn gewoon op tijd thuis voor de hitte. Maar wat doen we? De vlucht wordt afgelast want ‘we’ zijn bang voor verliezen. Maar dat is uitstel van executie, want de eerstvolgende keer dat de duiven te maken krijgen met wat warmere omstandigheden, raken ze toch verloren, want te weinig ervaring met de omstandigheden.
5. Slecht vervoer en lossing: Zelfs al heb je de beste duiven die supergezond zijn, als ze slecht worden vervoerd en dit wordt gevolgd door een slechte lossing dan is dat zeker een oorzaak van verliezen bij duiven. Daar helpt geen risicotabel bij. Ramvolle duivenwagens, dicht wolkendek bij de start, lossingen laat in de middag, lossingen met een hele harde wind mee of tegen, een lossing vlak na het verplaatsen van de duiven, noem maar op.
6. Externe oorzaken waar we zelf geen invloed op hebben maar wel voor verliezen zorgen: Roofvogels, windmolens en elektriciteitsdraden. Dit kost uiteraard duiven – vooral door roofvogels – maar dat zijn geen factoren die echte rampvluchten veroorzaken. Op individueel niveau zorgen ze er wel voor dat sommige liefhebbers meer duiven verliezen dan andere. Roofvogelaanvallen veroorzaken veel stress bij duiven en liefhebber en dus slecht voor de gezondheid, zie punt 1.
Dit zijn in mijn ogen de belangrijkste oorzaken waarom altijd dezelfde liefhebbers veel duiven verliezen en anderen niet. Daar kun je een miljoen euro aan besteden, maar soms is empirie (kennis door ondervinding verkregen) meer waard dan wetenschappers die geen benul hebben van duiven.
Het bovenstaande kun je in soortgelijke bewoordingen ook op de blog van Peter Theunis lezen. Ook iemand die meer met jonge duiven kan dan menig ander. En zo ook Willem de Bruijn in De Duif. Als nou deze toppers (en nog vele anderen) jaar in, jaar uit steeds hetzelfde schrijven hoe zij het aanpakken en top presteren, dan liggen de antwoorden toch voor het oprapen?
Maar dit is weer een manier om de buitenwacht (lees: politiek, dierenbescherming etc.) gerust te stellen dat we serieus met de sport/hobby bezig zijn.
NPO doe het niet en verdubbel het bedrag dat aan het aankopen/huren van losplaatsen wordt besteed. Dat hadden we natuurlijk al jaren eerder moeten doen. Stukken grond in België en Frankrijk aankopen. Dan waren we als duivenbond allang multi-miljonair geweest en verzekerd van goede losplaatsen.
Het is weer een lang verhaal geworden, maar belangrijk genoeg om bij deze problematiek stil te staan wat blijkbaar bij velen speelt.