Terugblik M20 – Pont Saint Maxence Zevenhuizen
De vorige midfondvlucht Morlincourt was dus niet best. ’s Avonds moesten er nog teveel komen. Gelukkig kwamen zondag de meeste nog terug, dus al met al viel de schade mee. Eén duif was terecht gekomen bij particulieren in Tolbert. Een plaats ten westen van Groningen. Met een NO wind natuurlijk opmerkelijk. Ik ben zo vrij geweest om een duivenmelker in de buurt te benaderen (in Leek) en deze liefhebber wilde de duif wel voor me ophalen. Zogezegd zo gedaan. De koerier kwam de duif brengen en als blijk van goede wil, gingen twee jongen van ons met de koerier mee naar Leek. Het toeval wil dat clubgenoten van ons ook een duif van dezelfde vlucht bij diezelfde liefhebber hadden zitten. En zo hoorde ik dat er toch best veel duiven in Groningen en Friesland zaten.
Maar goed, na zo’n (voor ons) slechte vlucht de boel op de rit krijgen, is weer een heel ding. Laatkomers, gewonden, een paar duiven met slechte mest. Zie dat allemaal maar weer op hetzelfde niveau te krijgen. Het trainen was deze week daarom erg matig. Op woensdagavond kregen de duivinnen nog een enorme hoosbui te verwerken. Nee het liep niet echt op rolletjes.
Deze week de drinkgoten in de hokken gezet en dan zie je dat ze meteen eruit drinken. Maar een drinkgoot in het hok, of een drinkgoot in een donkere container die iets verder van de mand afhangt, inclusief 21 pikkende weduwnaars is toch een groot verschil. Wat dat betreft hebben de duiven in afdeling 5 het makkelijker. Die krijgen drinken uit plastic bakken die aan de mand hangen.
Ik had al besloten dat ik alleen de duiven zou inkorven die op zaterdag voor 18 uur waren thuisgekomen. De rest gaat is zondag meegeweest met de ‘kar’ voor een trainingsvlucht van 85 km. De duiven voelden bij het inmanden thuis nogal licht aan. Wel hadden ze nog aardig gegeten, vooral de duivinnen. Bij het inkorven in de club, vielen ze me eigenlijk wel mee.
De jongen vlogen deze week best aardig, behalve één notoire dakzitter. Die is uit de ploeg gehaald. Voor het mooie zitten er wat teveel in het hok, maar gelukkig is de ren ruim zat, dus ja, er is sprake van overbevolking, maar wel genoeg zuurstof voor iedereen.
Dan de vlucht. Ik ga niet herhalen hoe het weer eruitzag. Dat heeft iedereen kunnen zien. Behalve in een bepaalde afdeling in het zuiden van het land. Ongelofelijk dat we na 150 jaar ervaring met duivensport dit soort fratsen nog uithalen. Sterkte daar! In Noord-Holland een wijs besluit om op zaterdag niet te lossen en terug te rijden. Op advies van het IWB naar Quiévrain. Blijkbaar luisteren afdeling 5 en 7 daar niet naar en trokken hun eigen plan om naar Arras/Grévillers te gaan, wat uiteindelijk de beste beslissing bleek, ondanks dat hun wedstrijden niet echt eerlijk verliepen door de weersomstandigheden.
Ook in Quiévrain lukte het lossen niet, dus snel dichterbij komen. Ja wat niet gaat, dat gaat niet. De terugtocht naar Zevenhuizen is toch zo’n 2,5 uur rijden en wat ze heel goed deden is een uur wachten alvorens te lossen. Helaas werd het daarom wel wat laat, maar het is gelukkig al weer lang licht en met zo’n kort stukje zijn de onze normaalgesproken in 45 minuten thuis. Om 18 uur gingen onze duiven eruit om een probleemloze training vanuit Zevenhuizen te krijgen (58 km.). Dus niet, althans niet bij ons. Waar andere liefhebbers al hun duiven in een mum van tijd thuis kregen, liep het bij ons allesbehalve soepel. De eerste 46 waren er redelijk snel, maar de laatste 26 deden er veel te lang over. Toen het donker was moesten we er nog 13 en dat waren allemaal doffers. Heel vreemd. Maar tot mijn verbazing waren er meer goede liefhebbers die met hetzelfde euvel kampten. De volgende ochtend was het bewolkt en duurde het tot 8:30 uur voordat de eerste achterblijver zich meldde. Drie zijn er nog onderweg. Gebeurt dat op 500 km. Dan is het part of the game, maar dit is gewoon zuur. Op naar de volgende vlucht want de trein wacht op niemand!